We moeten affectie combineren met zorg, en veiligheid: alle drie onontbeerlijk.
31-07-20
Sinds
half juli zien we opnieuw een
opmerkelijke stijging van het aantal coronabesmettingen in ons land. Dat die
tweede golf zo snel zou komen hadden weinigen verwacht. Net nu we terug gewoon
werden aan een stukje herwonnen vrijheid. Het stond in de sterren geschreven
dat ook in de woonzorgcentra de deuren, die opnieuw halfopen stonden voor
bezoekers en familie, wat verder zouden sluiten. Sinds vorige week is ook in de
Verlosser bezoek op de kamer voorlopig niet meer mogelijk en wordt het aantal
bezoekmomenten per week beperkt.
Is dat de juiste beslissing ? Ik denk het wel. Is het een makkelijke beslissing
? Zeer zeker niet.
Deze stap terug is in de eerste plaats een opdoffer voor de bewoners zelf. Ze
verliezen weer wat meer contact met de buitenwereld en vergroten hun isolement.
Maar ook voor die buitenwereld, de familie van de bewoners, is het in veel
gevallen een harde noot om te kraken. Op bezoek gaan bij een ouder kan niet
zomaar, is gebonden aan afspraken en regels, vergt wat administratieve stappen,
is kortom niet comfortabel of vanzelfsprekend.
En ja, we kunnen natuurlijk nog op veel andere manieren communiceren. We kunnen
dagelijks telefoneren, tegenwoordig zelfs met beeld, of een kaartje of brief
sturen. Maar er gaat niets boven gewoon menselijk contact waarbij je de
gesprekspartner in de ogen kan kijken. Dat dit nu niet vanzelfsprekend meer is,
is geen fijne vaststelling.
En toch is het de enige juiste beslissing. Want stel dat alles wel zou mogen,
dat iedereen vrij in en uit zou mogen lopen. Dan pas zou ik mij zorgen maken.
We hebben allemaal gezien welke ravage dat minuscule virusje kan aanrichten,
hoe snel het zich verspreidt en hoe moeilijk het zich laat temmen. En bovendien
moeten we ook stilstaan bij de rol en de verantwoordelijkheid van personeel en
directie. Ze hebben hectische maanden achter de rug en misschien -laat ons
hopen van niet- nog voor de boeg. Het stelt mij vooral gerust dat zij het mij moeilijk
maken om binnen te komen, mijn temperatuur meten, vragen om geen pakjes mee te
brengen, erover waken dat ik een mondmasker draag en erop toezien dat ik mijn
handen ontsmet bij het binnenkomen en verlaten van het woonzorgcentrum. Zo weet
ik dat ze hun verantwoordelijkheid nemen tegenover al wie mij dierbaar is en er
maximaal voor zorgen dat het vieze beestje buiten blijft.
Maar een makkelijke situatie is het allerminst. Mekaar niet mogen aanraken,
zelfs geen kus kunnen geven is onnatuurlijk. De onzekerheid over hoe lang dit
nog zal duren weegt bij momenten maar de wetenschap dat iedereen er het beste
probeert van te maken, dat er goed voor iedereen gezorgd wordt binnen de
mogelijkheden van deze vreemde tijd, maakt veel goed.
En uiteraard zou ik ook liever eens meer op bezoek komen maar ik weet ook dat
dit, gegeven de omstandigheden, niet altijd kan omdat de personele middelen
niet aanwezig zijn, omdat de ruimte beperkt is, omdat mijn moeder niet de enige
bewoner is en ook andere bewoners graag bezoek ontvangen. Het is dus zowel voor
ons als voor de Verlosser zoeken naar een juist evenwicht tussen veiligheid,
toegankelijkheid en menselijkheid. Dat is altijd balanceren op een slappe koord
maar volgens mij slagen jullie daar in.
Frank Steenput, zoon van Eulalie
Wil je graag meer weten?
Wens je meer info of zou je graag een bezoek brengen aan ons woonzorgcentrum? Dat kan!
Kom langs en maak kennis met onze gelukkige bewoners, ons enthousiast team en de prachtige omgeving.
Warmte, respect en plezier
Bij ons staan de bewoners en hun familie centraal. Binnen de muren van een prachtig kasteel hanteren wij een kleinschalige aanpak en heerst een familiale sfeer. Om onze bewoners te omringen met de beste zorgen beschikken wij over alle moderne en nodige faciliteiten.